Welke eerste stap kan ik zetten voor mijn ‘woonplan voor later’?

Bij het uitdenken van jouw woonplan, begin je met het volgende:

• Stel jezelf eerst de vraag: wil en kan ik in mijn huidige woning blijven
  wonen? Denk hierbij vooruit over je gezondheid en kijk eens goed om je heen. Zijn er trappen, drempels, heeft je huis veel onderhoud nodig, heb je een grote tuin of een gasfornuis? Dat kan later onhandig of onveilig zijn. Denk ook aan de breedte van de deuren, de hoogte van het keukenaanrecht of de aanwezigheid van een badkamer op de begane grond.
• Bedenk daarna wat er nodig is om je huis toekomstbestendig te maken. Ga je een grote verbouwing aan, of zijn kleine aanpassingen, zoals het installeren van een traplift, genoeg? Op deze manier breng je je woning in kaart.
• Kijk daarna naar je omgeving. Maak een lijst van belangrijke voorzieningen in de
  buurt, zoals openbaar vervoer, supermarkten, huisartsen en ziekenhuizen. Ligt jouw huis centraal genoeg en blijft het ook in de toekomst praktisch om in je huis te blijven wonen?

Als ik in mijn huis wil blijven wonen, wat kan ik dan het beste doen?

Probeer je woonplan voor later zo concreet mogelijk te maken. Hoe je dat doet? Ga met je partner en/of familie in gesprek over je wensen en de mogelijkheden voor het huis. Overweeg daarbij toekomstbestendige aanpassingen, zoals het uitbreiden van de badkamer, het verplaatsen van de slaapkamer naar de begane grond of het verwijderen van drempels. Om een realistisch beeld te krijgen van het werk en de kosten die bij zulke aanpassingen komen kijken, is het slim om informatie in te winnen bij bijvoorbeeld een aannemer, de gemeente of via internet. Dit helpt je een beter beeld te vormen van wat nodig en mogelijk is in jouw woning. Ken je mensen die hun huis al hebben aangepast? Grijp dan de kans om bij hen te gaan kijken. Hoe hebben zij het aangepakt en zijn ze tevreden met het resultaat? Positieve ervaringen zijn aanstekelijk en bieden inzichten voor hoe je straks zelf comfortabel kan wonen.

Wat moet ik niet vergeten bij het maken van mijn woonplan?

Als je toch bezig bent met veranderingen in huis, denk dan zeker aan het verduurzamen en energiezuiniger maken van je woning. Het is namelijk vaak makkelijker om aanpassingen te doen wanneer je toch al aan het verbouwen bent. Verduurzaming loont bovendien vaak dubbel: een goed geïsoleerd huis blijft comfortabel warm in de winter en koel in de zomer. Niet alleen prettig voor je portemonnee, maar ook voor je woongenot. Daarnaast is de overstap van gas naar inductie veiliger én energiezuiniger. Voor het verduurzamen van je woning kan je vaak gebruikmaken van subsidies, of je kan hier mogelijk je hypotheek voor aanpassen. Bespreek de mogelijkheden daarom eens met je hypotheekadviseur.

Hoe maak ik een goed financieel plaatje?

Vraag je financieel adviseur om mee te denken over de manieren waarop je een verbouwing kan bekostigen. Heb je bijvoorbeeld overwaarde op je huis? Dit kan je misschien gebruiken om te verbouwen of verduurzamen. Informeer ook eens bij je gemeente. Je hebt misschien recht op een bijdrage voor bepaalde voorzieningen vanuit de Wmo (Wet maatschappelijke ondersteuning), zoals een traplift of een aangepaste douche. Veel gemeenten bieden bovendien leningen of subsidies aan. Je kan ook je eigen spaargeld gebruiken, of een verbouwingslening overwegen als andere optie. Als je nog niet de AOW-leeftijd hebt bereikt en overwaarde op je huis hebt, zijn er vaak mogelijkheden om je hypotheek te verhogen. Jouw financiële plaatje is persoonlijk en kan veranderen na je pensioen. Je adviseur kan helpen om je huidige situatie en toekomstwensen in kaart te brengen.’

Wat als ik toch wil verhuizen?

‘Als je wil verhuizen: bedenk dan goed aan welke eisen je nieuwe woning moet voldoen om toekomstbestendig te zijn. Is kleiner wonen voor jou praktisch en/of moet de woning bijvoorbeeld gelijkvloers zijn? Er zijn ook nieuwe woonvormen die je kan overwegen. Denk bijvoorbeeld aan een mantelzorgwoning  in je tuin, waarbij je met je kind/mantelzorger op hetzelfde erf gaat wonen. Daarnaast zijn er appartementencomplexen waar je een eigen huis hebt, maar tegelijkertijd profiteert van gezamenlijke voorzieningen en activiteiten. Zelfstandig, maar toch samen. Bespreek je wensen vooral met je adviseur.

Wat je woonplan voor later uiteindelijk ook wordt: neem er vooral even de tijd voor. Zo zorg je ervoor dat je ook in de toekomst fijn kan blijven wonen.’